Louis Smit

De verstopte rugstreeppad

Waarom kunnen gemeenten in hun mededelingen over besluiten en vergunningen niet een inhoudsvolle aanduiding geven van waar het om gaat? Dat zou achterdocht kunnen voorkomen en de transparantie bevorderen waarop een overheid zich zo graag laat voorstaan.


Stadskrant, rubriek verkeersbesluiten. “Parkeerverbod met venstertijden tbv afvalinzameling”. In een stad die het bestuur ‘autolow’ wil maken, wekt zo’n cryptische mededeling argwaan. De woordencombinatie parkeren en verbod irriteert inwoners met een auto. Verdwijnen er nu wéér parkeerplaatsen? Komt er wéér meer ruimte voor een parkeerplek voor lukraak neergesmeten fietsen? Bij navraag bleek het gelukkig mee te vallen. Maar zeg toch gewoon meteen in twee zinnen waar het om gaat!


Beschikking
Vervolgens de website van de gemeente Wassenaar, rubriek nieuws. “De Omgevingsdienst heeft de beschikking Wet natuurbescherming De Wassenaarse Slag bekend gemaakt.” Voor bijbehorende documenten verwijst de gemeente naar www.overheid.nl Dat is echter geen directe link naar de juiste beschikking. Het is alsof ze tegen je zeggen: ga jij maar lekker jutten.


Vernielen
En wat blijkt na veel gezoek? In de documenten zitten een rugstreeppad en een zandhagedis verstopt waarvan bepaald is dat hun leefgebied gerust mag worden vernield voor het herasfalteren van de Wassenaarse Slag. Dat is een weg door de duinen naar het Noordzeestrand. In jargon heet het ‘dat besloten is een ontheffing te verlenen voor het opzettelijk verstoren en het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen en rustplaatsen’ van deze dieren.


Beschermd
Maar dat is wel een dingetje. De rugstreeppad en de zandhagedis zijn beschermde diersoorten. Ze kwamen eerder in het nieuws toen Formule 1-races op het circuit van Zandvoort gewoon mochten doorgaan. Er hoefde geen rekening te worden gehouden met deze dieren. “Rugstreeppad en zandhagedis genaaid door rechters”, schreef mediaplatform Animals Today in dat verband.


Transparant is anders
Ik vermoed dat dierenliefhebbers en mensen die het goed menen met de biodiversiteit wel zouden willen weten dat deze dieren moeten wijken voor asfalteringswerkzaamheden. Maar door het ver wegstoppen van de werkelijke strekking van haar mededeling laadt de gemeente de verdenking op zich dat dat opzet is om te voorkomen dat bezwaar tegen de beschikking wordt gemaakt. Natuurlijk hoeft dat helemaal niet zo te zijn, maar transparant is anders.

De verstopte rugstreeppad Meer lezen »

Anna en Aleksej

Vorig jaar gaf ik bij Mayflower Bookshop in Leiden een lezing over de Russisch/Oekraïense schrijver Nikolaj Gogol en in het bijzonder over zijn hilarische toneelstuk ‘De revisor’. Dit jaar, op 25 augustus, vertel ik over ‘Anna Karenina’ van Lev Tolstoj. Na ‘Oorlog en vrede’ was dit zijn tweede grote roman. Het is een onbetwist meesterwerk in de wereldliteratuur.  


De roman gaat over een onstuimige liefdesaffaire in een religieuze en maatschappelijke omgeving die daar grote moeite mee had. Interessant is de communicatie tussen alle betrokkenen en de wijze waarop wordt omgegaan met de relatie van de getrouwde Anna en de jonge rijke flierefluiter Aleksej Vronski. In de lezing is er ook aandacht voor de persoon van Tolstoj (1828-1910) en voor de verfilmingen van het boek.


De serie Great Loves van Mayflower Bookshop, waar deze lezing onderdeel van is, heeft tot doel aandacht te besteden aan literaire werken waar iedereen weleens van heeft gehoord. Het idee is dat iemand die een boek alleen maar van horen zeggen kent, een indruk krijgt van de inhoud en de kwaliteit ervan en aangemoedigd wordt om het ook eens ter hand te nemen. En dat iemand die het boek ooit wél heeft gelezen, mogelijk gestimuleerd wordt om het te herlezen.


Wanneer en waar? Op zondag 25 augustus 2024 om 16.00 uur bij Mayflower Bookshop, Breestraat 70, Leiden. De lezing en de voordracht van enkele passages uit de roman zijn in het Nederlands. Toegang is kosteloos.

Anna en Aleksej Meer lezen »

Vlam van heimwee

Als aandenken gekregen in Buon Ma Thuot, Vietnam. In een nauw potje met zand. Bloeit bijna nooit, maar dan opeens. Soms. Treffender dan de Vlaamse dichter Jan van Nijlen (1884-1965) kan niemand het onder woorden brengen.


De cactus

Kaal staat hij voor de blankheid der gordijnen,
verschrompeld in wat kiezel en wat zand
en mist zijn ziel: het alverschroeiend schijnen
der eeuwige zomers van zijn vaderland.

Maar aan het einde van zijn lijdzaam dulden,
spruit op een lichte morgen, als een vlam
van ’t heet verlangen dat hem gans vervulde,
een bloem van heimwee uit zijn dorre stam.


Bericht aan de reizigers

Joannes Joannes-Baptista Maria Ignatius van Nijlen (wie heet er nou Joannes Joannes-Baptista Maria Ignatius?) werd vooral bekend door zijn gedicht “Bericht aan de reizigers” uit 1934: “Bestijg de trein nooit zonder uw valies met dromen, dan vindt ge in elke stad behoorlijk onderkomen…”

Vlam van heimwee Meer lezen »

Kasteeltje

Het huis Ons Eiland aan de Jan van Goyenkade in Leiden heeft zijn geheimen prijsgegeven. Dankzij de autobiografie ‘Een avontuurlijk leven rond 1900’ weten wij hoe bijzonder het leven was van Dr. Margarethe von Uexküll Güldenband (1873-1970), een wetenschappelijk onderlegde en sociaal geëngageerde barones. Zij was de bewoonster van dit huis, dat onder Leidenaren bekend staat als het Kasteeltje.


Margarethe werd geboren in Kaunas in Litouwen en woonde ook in Riga, in Letland. Beide landen maakten deel uit van tsaristisch Rusland. Ze ging naar school in Zwitserland en studeerde er biologie.


Tijdens een studiebezoek aan Nederlands Indië ontmoette ze haar man, Anton Nieuwenhuis. Die voerde expedities uit op Borneo. In 1904 werd hij benoemd tot hoogleraar in de land- en volkenkunde in Leiden. Dit bracht hen naar deze stad, waar zij -op een eilandje- Ons Eiland lieten bouwen, naar Margarethe’s ontwerp.


Bacchanaal
Het boek bevat bovenal persoonlijke herinneringen waarvan sommige grappig zijn. Zo was zij in haar jeugd in Kaunas getuige van een ongepland bacchanaal toen eenden zich te goed deden aan met alcohol volgezogen kersen voor de vruchtenlikeur. “Krijsend en kwakend begonnen ze in het vieze water rond te wentelen”, schrijft ze. “Sommige vielen elkaar bijtend aan, andere begonnen tedere gevoelens te uiten en maakten elkaar op een eendenmanier het hof. Als remmingen verdwijnen, verliest ook een dier alle gevoel voor fatsoen en schaamte.”


Tijdens de Eerste Wereldoorlog in Nederland ging ze op bezoek bij prins Hendrik, de man van koningin Wilhelmina. Hij was voorzitter van het Rode Kruis en zat in zijn maag met de immense hoeveelheid post die binnenkwam en vaak ongeopend bleef liggen. “Breng mevrouw een grote papierbak en een scherp mes”, zei hij tegen een bediende toen ze hem liet zien hoe je efficiënt door een stapel bedelbrieven en andere correspondentie kunt heengaan. Ze schiftte streng en veel verdween in de prullenbak. Intussen verorberde Hendrik aan de lopende band koekjes. Ook ging ze op de thee in Huis Doorn, waar de laatste Duitse keizer, Wilhelm II, onderdak had gevonden nadat hij in 1918 naar Nederland was gevlucht. Daar zag ze de plek waar hij zijn maniakale hobby uitoefende: het hakken van hout.


Vrouwenkiesrecht
Met deze en vergelijkbare luchtige herinneringen staat het boek vol. Ze vormen de overgang tussen taaiere maar niet minder belangrijke stukken over de betekenis die Margarethe in maatschappelijke zin heeft gehad. Zij zette zich in voor de vrouwenbeweging (met Aletta Jacobs) en was medeoprichter van de Bond voor Vrouwenkiesrecht. En in de Eerste Wereldoorlog startte ze een organisatie die ondervoede kinderen uit oorlogvoerende landen naar Nederland haalde.


Margarethe leerde tijdens haar studie in Zwitserland Albert Einstein kennen ‘die slechter kon rekenen dan zijn vrouw’. Ook waren de Nieuwenhuizen bevriend met een andere beroemde natuurkundige, Paul Ehrenfest. Die woonde met zijn vrouw in Leiden tegenover Ons Eiland. Er bestaat een anekdote over Ehrenfests vrouw, de Russin Tatjana Afanasjeva, die overigens niet in dit boek staat, maar die mijn hoogleraar Slavistiek Karel van het Reve graag vertelde. Die gaat zo.


Einstein kwam in Leiden praten over een leerstoel die hem daar was aangeboden nadat hij in Duitsland was ontslagen. Hij sprak met Tatjana op een moment dat zij al weduwe was, dus na 1933. Zij legde hem uit dat Leiden een heel rustige stad was. Nergens, zei ze, heeft de overgang van het leven naar de dood zo ongemerkt plaats als in Leiden. Volgens Van het Reve besloot Einstein toen om zich maar niet in Leiden te vestigen…


Tijdsdocument
Voor wat het waard is. Rust en saaiheid waren in ieder geval vreemd aan het leven van Dr. Margarethe von Uexküll Güldenband, zoals dat naar voren komt uit deze smaakvol uitgegeven autobiografie. Het is een prachtig, goed geschreven en rijk gevuld tijdsdocument dat vele decennia overspant, met een logische indeling en een keur aan foto’s en andere illustraties. Dat is in hoge mate de verdienste van de uitgever en vooral ook van Margarethe’s kleindochter, Dr. Marja Herfst, die het boek heeft  bezorgd. Zij woont nog steeds in het Kasteeltje.


Een avontuurlijk leven rond 1900 – Een autobiografisch verslag

Dr. Margarethe von Uexküll Güldenband

Onder redactie van Dr. Marja Herfst

Uitgever: Ginkgo, Leiden

Prijs: 28 euro.

Kasteeltje Meer lezen »

Bokkingen

Een bokking geven of een bokking krijgen. Ik had er gek genoeg nooit van gehoord, totdat ik op de grote Frans Hals-tentoonstelling in het Rijksmuseum een portret zag van de Leidse komiek Pieter Cornelisz van der Mersch uit 1616.


Dat was een van de bekendste narren van Holland in die tijd. Als nar van de Leidse rederijkerskamer ‘De Witte Acoleyen’ was hij beroemd om de manier waarop hij mensen op hun plek zette.


Narren werden gezien als opperzotten, zo staat in de catalogus bij de expositie. Hun handelsmerk was de lach en het belachelijk maken van mensen. Ze werden ingehuurd door stadsbesturen, gilden, schutters en stadswijken om hun feesten op te vrolijken.


Op het schilderij biedt Van der Mersch de toeschouwer een bokking uit zijn mand aan. Het tekstje ‘Wie begeert’ zou de vraag inhouden wie er op de hak genomen wil worden. Dát was de betekenis van een bokking uitdelen. Het moderne Nederlandse woordenboek spreekt van ‘een standje geven’.


Grafdicht
Van der Mersch (1543-1628) had er zozeer zijn specialisme van gemaakt dat hij voor zichzelf een grafdicht schreef dat begint met: ‘Hier leyt Piero/Die deelde Bucken (bokkingen)’.


Een bokking is een gerookte haring. Volgens schrijver Gerard Reve een ‘nederig godsgeschenk’ dat hij nuttigde van een krant of een stuk pakpapier.


Het schilderij van de Leidse nar is in het bezit van het Carnegie Museum of Art in Pittsburgh. De expositie in het Rijksmuseum loopt tot 9 juni 2024. Ze toont ongeveer vijftig schilderijen van Frans Hals.

Bokkingen Meer lezen »