Louis Smit

Buurman en Buurman

De wereld zou er een stuk beter voorstaan als landen en mensen zouden samenwerken zoals Buurman en Buurman. Dat zijn een beetje onhandige klussers, maar ze helpen elkaar naar beste vermogen. Het zijn positief ingestelde doorzetters, ze zijn inventief en hebben een door beiden gedragen oplossing voor elk probleem.  


Het parket bij een van de buurmannen is beschadigd en dat ziet er afschuwelijk uit. Ze gaan er net zo lang met een slijpmachine overheen tot het hele parket weg is. Oplossing: ze tekenen het parket op het beton.


Badkuip
Op de muren van de badkamer plakken ze nieuwe tegels over de oude, maar die nieuwe bevallen niet. Ze plakken er gewoon nog een laag tegels overheen waardoor de badkuip niet meer tussen de muren past. Daar zagen ze dan een stuk vanaf. Hoewel een daardoor veroorzaakte lekkage nog moet worden verholpen, zijn ze blij met het (suboptimale) resultaat. Maar voor hen kan het resultaat niet beter zijn!


Tsjechisch
De televisieserie Buurman en Buurman is populair in Nederland, niet alleen bij kinderen maar ook bij meekijkende ouders en grootouders die terugverlangen naar wat zij aanzien voor de gezellige en overzichtelijke wereld van hun jeugd. Het is een Tsjechische serie, die in de traditie staat van het voortreffelijke poppentheater en de hoogwaardige animatiefilmproductie in dat land.


Ajetooooo
In de Tsjechische versie, die ‘Pat a Mat’ heet, wordt niet gesproken. In Nederland is er wel gesproken tekst toegevoegd. De uitsmijter, als een klus is geklaard en de buurmannen elkaar ter feestelijke afsluiting een hand geven, is telkens: ‘Ajetooooo’. Dat is afgeleid van het Tsjechische ‘A je to’, het equivalent van ‘En klaar is Kees’.


Burendag
Op de vierde zaterdag van september wordt Burendag gevierd, een initiatief van Douwe Egberts en het Oranje Fonds. Het is een dag waarop de buurt gezellig samenkomt en mensen iets goeds doen voor elkaar. Laatst was er weer een Burendag. Ter gelegenheid daarvan verschenen de konterfeitsels van Buurman en Buurman op affiches.


Brotherhood
Burendag kan een oefening zijn in schijnheiligheid in de trant van de Amerikaanse National Brotherhood Week. “It’s National Everyone-smile-at-one-another-hood Week”, zong de satiricus Tom Lehrer. “It’s only for a week, so have no fear, be grateful that it doesn’t last all year.”


Maar dat is wel heel cynisch. Meestal is Burendag een bevestiging van de goede betrekkingen in een wijk of een buurtje. Met vrijwilligers die hebben vergaderd over een passende uitbeelding van de geest van Burendag op de poster en logischerwijs bij Buurman en Buurman zijn uitgekomen.

Buurman en Buurman Meer lezen »

Honderd jaar Betondorp

Wat hebben de schrijver Gerard Reve en de voetballer Johan Cruijff gemeen? Wel, ze hebben allebei in Betondorp gewoond, de Amsterdamse wijk die dit jaar honderd jaar bestaat. Rogier Schravendeel heeft ter gelegenheid van dit jubileum een interessant boekje geschreven.


Voor de bewoning van Betondorp koos de Amsterdamse woningdienst alleen geschoolde arbeiders en ambtenaren. “Al te armen en a-socialen werden bewust geweerd. Dit in verband met nare ervaringen in Amsterdam-West, waar minder degelijke arbeiders de nieuwe woningen binnen korte tijd geruïneerd hadden”, zo valt te lezen in ‘Een geschiedenis van 100 jaar Betondorp’.


De avonden
Zo kwam ook het gezin van de actieve communist Gerard van het Reve er terecht. Hij bracht beroemde zonen voort: Karel, die in Leiden hoogleraar Slavistiek werd, en Gerard junior, die een beroemd schrijver werd. In Betondorp is er een eetcafé dat naar zijn debuutroman ‘De avonden’ is genoemd. Het gezin woonde tussen 1924 en 1938 in verschillende huizen in de Ploegstraat. Gerard vond de wijk beklemmend en zei er later over: “Laat elke hoop varen, gij die hier opgroeit”.


Revolutie
Het moet op zich een rustige wijk zijn geweest. Toch was er ook ophef. De socialistische bewoners meenden in Betondorp met hun huisje met een voor- en een achtertuintje hun kalme heilstaat binnen het kapitalistische systeem te hebben gevonden. De communistische bewoners echter gingen -althans in de jaren twintig en dertig- nog steeds uit van de komst van een revolutie in Sovjetstijl. Dat leidde tot onderlinge vijandigheid.


Betonrot
En er was ook ander gedoe, zoals de betonrot die in de huizen toesloeg en de daaropvolgende renovaties. De benaming van de wijk heeft uiteindelijk alles te maken met het bouwmateriaal dat in ruime mate werd toegepast. Een andere ingrijpende gebeurtenis was de overval op het postagentschap op zaterdag 9 mei 1959. De kas was goed gevuld wegens de uitbetaling van de AOW. Eigenaar Hendrik Nukoop wilde het geld niet afgeven aan de vier overvallers en werd neergeschoten.


In de jaren zestig en zeventig moet het in Betondorp somberheid troef zijn geweest, met een heleboel mopperende bejaarde bewoners. Een lichtpuntje was de van de grond komende carrière van voetbaltalent Johan Cruijff die Betondorp kleur gaf.  


Willeke van Ammelrooy
‘Een geschiedenis van 100 jaar Betondorp’ bevat een lijst met andere bekende Nederlanders die er voor korte of langere tijd woonden. Een greep: actrice Willeke van Ammelrooy, fotograaf Ed van der Elsken, de schrijvers Jan Mens en Nescio, de dichter Simon Vinkenoog en Carol Voges, de illustrator van Godfried Bomans’ strip over Pa Pinkelman en Tante Pollewop.


‘Een geschiedenis van 100 jaar Betondorp’ van Rogier Schravendeel is voor vijf euro te koop bij de Linnaeus Boekhandel in Amsterdam.

Bij de foto (van het Nationaal Archief): Johan Cruijff overhandigt op 16 december 1983 de sleutel aan de familie Heeremans voor de eerste gerenoveerde woning in Betondorp. Rechts naast hem huisvestingswethouder Jan Schaefer (‘in gelul kun je niet wonen’).

Honderd jaar Betondorp Meer lezen »

Panama hat: frustratie van Ecuador

In het hoedenatelier annex hoedenmuseum in Cuenca in Ecuador spreken ze liever niet over de ´Panama hat´ als ze de typische witten strooien hoeden laten zien. Het is de frustratie van Ecuador dat het Midden-Amerikaanse land Panama met de eer is gaan strijken. Een stil gevecht om een al verloren reputatie.


Het komt door de Amerikaanse president Theodore Roosevelt (1858 – 1919). Hij droeg zo’n hoed toen hij gefotografeerd werd bij de aanleg van het Panama-kanaal. Hij kon ook al op zijn conto schrijven dat teddyberen naar hem zijn genoemd.


“Het is een hoed die zich goed door blanke én zwarte dandy´s laat dragen bij een pak van wit linnen”, zegt de verkoopster. In Cuenca zelf is de dracht ook heel gebruikelijk onder inheemse vrouwen. Of ze nou een kind of een zak meel op hun rug dragen, de hoed blijft op. Ze gaan overigens maar schoorvoetend akkoord met een foto van hun hoed en de fantastische kleuren van de rest van hun kleding.


Stro
De hoed wordt gemaakt van het stro van een speciale palm. Panama-hoeden produceren is een serieuze bedrijfstak in Ecuador waar ook jonge vrouwen en mannen brood in zien. In elke winkelstraat is er wel een atelier.

Panama hat: frustratie van Ecuador Meer lezen »

De verstopte rugstreeppad

Waarom kunnen gemeenten in hun mededelingen over besluiten en vergunningen niet een inhoudsvolle aanduiding geven van waar het om gaat? Dat zou achterdocht kunnen voorkomen en de transparantie bevorderen waarop een overheid zich zo graag laat voorstaan.


Stadskrant, rubriek verkeersbesluiten. “Parkeerverbod met venstertijden tbv afvalinzameling”. In een stad die het bestuur ‘autolow’ wil maken, wekt zo’n cryptische mededeling argwaan. De woordencombinatie parkeren en verbod irriteert inwoners met een auto. Verdwijnen er nu wéér parkeerplaatsen? Komt er wéér meer ruimte voor een parkeerplek voor lukraak neergesmeten fietsen? Bij navraag bleek het gelukkig mee te vallen. Maar zeg toch gewoon meteen in twee zinnen waar het om gaat!


Beschikking
Vervolgens de website van de gemeente Wassenaar, rubriek nieuws. “De Omgevingsdienst heeft de beschikking Wet natuurbescherming De Wassenaarse Slag bekend gemaakt.” Voor bijbehorende documenten verwijst de gemeente naar www.overheid.nl Dat is echter geen directe link naar de juiste beschikking. Het is alsof ze tegen je zeggen: ga jij maar lekker jutten.


Vernielen
En wat blijkt na veel gezoek? In de documenten zitten een rugstreeppad en een zandhagedis verstopt waarvan bepaald is dat hun leefgebied gerust mag worden vernield voor het herasfalteren van de Wassenaarse Slag. Dat is een weg door de duinen naar het Noordzeestrand. In jargon heet het ‘dat besloten is een ontheffing te verlenen voor het opzettelijk verstoren en het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen en rustplaatsen’ van deze dieren.


Beschermd
Maar dat is wel een dingetje. De rugstreeppad en de zandhagedis zijn beschermde diersoorten. Ze kwamen eerder in het nieuws toen Formule 1-races op het circuit van Zandvoort gewoon mochten doorgaan. Er hoefde geen rekening te worden gehouden met deze dieren. “Rugstreeppad en zandhagedis genaaid door rechters”, schreef mediaplatform Animals Today in dat verband.


Transparant is anders
Ik vermoed dat dierenliefhebbers en mensen die het goed menen met de biodiversiteit wel zouden willen weten dat deze dieren moeten wijken voor asfalteringswerkzaamheden. Maar door het ver wegstoppen van de werkelijke strekking van haar mededeling laadt de gemeente de verdenking op zich dat dat opzet is om te voorkomen dat bezwaar tegen de beschikking wordt gemaakt. Natuurlijk hoeft dat helemaal niet zo te zijn, maar transparant is anders.

De verstopte rugstreeppad Meer lezen »

Anna en Aleksej

Vorig jaar gaf ik bij Mayflower Bookshop in Leiden een lezing over de Russisch/Oekraïense schrijver Nikolaj Gogol en in het bijzonder over zijn hilarische toneelstuk ‘De revisor’. Dit jaar, op 25 augustus, vertel ik over ‘Anna Karenina’ van Lev Tolstoj. Na ‘Oorlog en vrede’ was dit zijn tweede grote roman. Het is een onbetwist meesterwerk in de wereldliteratuur.  


De roman gaat over een onstuimige liefdesaffaire in een religieuze en maatschappelijke omgeving die daar grote moeite mee had. Interessant is de communicatie tussen alle betrokkenen en de wijze waarop wordt omgegaan met de relatie van de getrouwde Anna en de jonge rijke flierefluiter Aleksej Vronski. In de lezing is er ook aandacht voor de persoon van Tolstoj (1828-1910) en voor de verfilmingen van het boek.


De serie Great Loves van Mayflower Bookshop, waar deze lezing onderdeel van is, heeft tot doel aandacht te besteden aan literaire werken waar iedereen weleens van heeft gehoord. Het idee is dat iemand die een boek alleen maar van horen zeggen kent, een indruk krijgt van de inhoud en de kwaliteit ervan en aangemoedigd wordt om het ook eens ter hand te nemen. En dat iemand die het boek ooit wél heeft gelezen, mogelijk gestimuleerd wordt om het te herlezen.


Wanneer en waar? Op zondag 25 augustus 2024 om 16.00 uur bij Mayflower Bookshop, Breestraat 70, Leiden. De lezing en de voordracht van enkele passages uit de roman zijn in het Nederlands. Toegang is kosteloos.

Anna en Aleksej Meer lezen »

Vlam van heimwee

Als aandenken gekregen in Buon Ma Thuot, Vietnam. In een nauw potje met zand. Bloeit bijna nooit, maar dan opeens. Soms. Treffender dan de Vlaamse dichter Jan van Nijlen (1884-1965) kan niemand het onder woorden brengen.


De cactus

Kaal staat hij voor de blankheid der gordijnen,
verschrompeld in wat kiezel en wat zand
en mist zijn ziel: het alverschroeiend schijnen
der eeuwige zomers van zijn vaderland.

Maar aan het einde van zijn lijdzaam dulden,
spruit op een lichte morgen, als een vlam
van ’t heet verlangen dat hem gans vervulde,
een bloem van heimwee uit zijn dorre stam.


Bericht aan de reizigers

Joannes Joannes-Baptista Maria Ignatius van Nijlen (wie heet er nou Joannes Joannes-Baptista Maria Ignatius?) werd vooral bekend door zijn gedicht “Bericht aan de reizigers” uit 1934: “Bestijg de trein nooit zonder uw valies met dromen, dan vindt ge in elke stad behoorlijk onderkomen…”

Vlam van heimwee Meer lezen »

Kasteeltje

Het huis Ons Eiland aan de Jan van Goyenkade in Leiden heeft zijn geheimen prijsgegeven. Dankzij de autobiografie ‘Een avontuurlijk leven rond 1900’ weten wij hoe bijzonder het leven was van Dr. Margarethe von Uexküll Güldenband (1873-1970), een wetenschappelijk onderlegde en sociaal geëngageerde barones. Zij was de bewoonster van dit huis, dat onder Leidenaren bekend staat als het Kasteeltje.


Margarethe werd geboren in Kaunas in Litouwen en woonde ook in Riga, in Letland. Beide landen maakten deel uit van tsaristisch Rusland. Ze ging naar school in Zwitserland en studeerde er biologie.


Tijdens een studiebezoek aan Nederlands Indië ontmoette ze haar man, Anton Nieuwenhuis. Die voerde expedities uit op Borneo. In 1904 werd hij benoemd tot hoogleraar in de land- en volkenkunde in Leiden. Dit bracht hen naar deze stad, waar zij -op een eilandje- Ons Eiland lieten bouwen, naar Margarethe’s ontwerp.


Bacchanaal
Het boek bevat bovenal persoonlijke herinneringen waarvan sommige grappig zijn. Zo was zij in haar jeugd in Kaunas getuige van een ongepland bacchanaal toen eenden zich te goed deden aan met alcohol volgezogen kersen voor de vruchtenlikeur. “Krijsend en kwakend begonnen ze in het vieze water rond te wentelen”, schrijft ze. “Sommige vielen elkaar bijtend aan, andere begonnen tedere gevoelens te uiten en maakten elkaar op een eendenmanier het hof. Als remmingen verdwijnen, verliest ook een dier alle gevoel voor fatsoen en schaamte.”


Tijdens de Eerste Wereldoorlog in Nederland ging ze op bezoek bij prins Hendrik, de man van koningin Wilhelmina. Hij was voorzitter van het Rode Kruis en zat in zijn maag met de immense hoeveelheid post die binnenkwam en vaak ongeopend bleef liggen. “Breng mevrouw een grote papierbak en een scherp mes”, zei hij tegen een bediende toen ze hem liet zien hoe je efficiënt door een stapel bedelbrieven en andere correspondentie kunt heengaan. Ze schiftte streng en veel verdween in de prullenbak. Intussen verorberde Hendrik aan de lopende band koekjes. Ook ging ze op de thee in Huis Doorn, waar de laatste Duitse keizer, Wilhelm II, onderdak had gevonden nadat hij in 1918 naar Nederland was gevlucht. Daar zag ze de plek waar hij zijn maniakale hobby uitoefende: het hakken van hout.


Vrouwenkiesrecht
Met deze en vergelijkbare luchtige herinneringen staat het boek vol. Ze vormen de overgang tussen taaiere maar niet minder belangrijke stukken over de betekenis die Margarethe in maatschappelijke zin heeft gehad. Zij zette zich in voor de vrouwenbeweging (met Aletta Jacobs) en was medeoprichter van de Bond voor Vrouwenkiesrecht. En in de Eerste Wereldoorlog startte ze een organisatie die ondervoede kinderen uit oorlogvoerende landen naar Nederland haalde.


Margarethe leerde tijdens haar studie in Zwitserland Albert Einstein kennen ‘die slechter kon rekenen dan zijn vrouw’. Ook waren de Nieuwenhuizen bevriend met een andere beroemde natuurkundige, Paul Ehrenfest. Die woonde met zijn vrouw in Leiden tegenover Ons Eiland. Er bestaat een anekdote over Ehrenfests vrouw, de Russin Tatjana Afanasjeva, die overigens niet in dit boek staat, maar die mijn hoogleraar Slavistiek Karel van het Reve graag vertelde. Die gaat zo.


Einstein kwam in Leiden praten over een leerstoel die hem daar was aangeboden nadat hij in Duitsland was ontslagen. Hij sprak met Tatjana op een moment dat zij al weduwe was, dus na 1933. Zij legde hem uit dat Leiden een heel rustige stad was. Nergens, zei ze, heeft de overgang van het leven naar de dood zo ongemerkt plaats als in Leiden. Volgens Van het Reve besloot Einstein toen om zich maar niet in Leiden te vestigen…


Tijdsdocument
Voor wat het waard is. Rust en saaiheid waren in ieder geval vreemd aan het leven van Dr. Margarethe von Uexküll Güldenband, zoals dat naar voren komt uit deze smaakvol uitgegeven autobiografie. Het is een prachtig, goed geschreven en rijk gevuld tijdsdocument dat vele decennia overspant, met een logische indeling en een keur aan foto’s en andere illustraties. Dat is in hoge mate de verdienste van de uitgever en vooral ook van Margarethe’s kleindochter, Dr. Marja Herfst, die het boek heeft  bezorgd. Zij woont nog steeds in het Kasteeltje.


Een avontuurlijk leven rond 1900 – Een autobiografisch verslag

Dr. Margarethe von Uexküll Güldenband

Onder redactie van Dr. Marja Herfst

Uitgever: Ginkgo, Leiden

Prijs: 28 euro.

Kasteeltje Meer lezen »

Bokkingen

Een bokking geven of een bokking krijgen. Ik had er gek genoeg nooit van gehoord, totdat ik op de grote Frans Hals-tentoonstelling in het Rijksmuseum een portret zag van de Leidse komiek Pieter Cornelisz van der Mersch uit 1616.


Dat was een van de bekendste narren van Holland in die tijd. Als nar van de Leidse rederijkerskamer ‘De Witte Acoleyen’ was hij beroemd om de manier waarop hij mensen op hun plek zette.


Narren werden gezien als opperzotten, zo staat in de catalogus bij de expositie. Hun handelsmerk was de lach en het belachelijk maken van mensen. Ze werden ingehuurd door stadsbesturen, gilden, schutters en stadswijken om hun feesten op te vrolijken.


Op het schilderij biedt Van der Mersch de toeschouwer een bokking uit zijn mand aan. Het tekstje ‘Wie begeert’ zou de vraag inhouden wie er op de hak genomen wil worden. Dát was de betekenis van een bokking uitdelen. Het moderne Nederlandse woordenboek spreekt van ‘een standje geven’.


Grafdicht
Van der Mersch (1543-1628) had er zozeer zijn specialisme van gemaakt dat hij voor zichzelf een grafdicht schreef dat begint met: ‘Hier leyt Piero/Die deelde Bucken (bokkingen)’.


Een bokking is een gerookte haring. Volgens schrijver Gerard Reve een ‘nederig godsgeschenk’ dat hij nuttigde van een krant of een stuk pakpapier.


Het schilderij van de Leidse nar is in het bezit van het Carnegie Museum of Art in Pittsburgh. De expositie in het Rijksmuseum loopt tot 9 juni 2024. Ze toont ongeveer vijftig schilderijen van Frans Hals.

Bokkingen Meer lezen »

Gemeentelijke service in Tsjechië

De ambachtslieden lopen nog steeds door Neveklov op weg naar hun lunch van ‘veproknedlozelo’, een bord met varkensvlees, plakken deeg met het volume van zes witte boterhammen en doorgekookte kool. Aan de ballonnen onder hun overall is te zien dat ze er ook nog steeds een paar pullen bier bij drinken.


Neveklov ligt in het ‘voormalig arbeidersparadijs’ Tsjechië. De dictatuur van het proletariaat is er na de fluwelen revolutie in 1989 vervangen door de dictatuur van de ambachtslieden. Dakdekkers, loodgieters, schoorsteenvegers, boomomhakkers, elektriciens zijn moeilijk te pakken te krijgen. Ze laten zich bidden en smeken om langs te komen en als de opdracht niet vet genoeg is reageren ze met arrogantie of extra hoge prijzen.


Net als vroeger schelden de burgers op de nitwits die volgens hen de overheidskantoren bevolken. Een mening die even hardnekkig is als de mening dat je bij verkiezingen het beste kunt stemmen op politici die zelf vermogend zijn (Vaclav Havel, prins Karel Schwarzenberg) omdat de kans net iets kleiner is dat zij het land bestelen.


Pittoresk
Wat er ook van waar is, in de jaren dat ik in Neveklov af en toe boodschappen doe is het een pittoreske plaats geworden, die ook nog eens de status van stad heeft gekregen. Hoewel er maar 2745 mensen wonen. Het stadje lééft.


Er worden nieuwe woningen gebouwd. Er zijn restaurants. Er zitten mensen op terrassen. Er zijn nieuwe winkels gekomen, zoals de nette zaak van de Vietnamees die groente en fruit verkoopt. Het plein met park en monument voor oorlogsslachtoffers is opgeknapt. De gebouwen eromheen zijn gerestaureerd, schoongemaakt en geverfd, zo ook het gebouw dat behalve een bioscoopje, een restaurant en de Tsjechische spaarbank ook het stadhuisje huisvest.


Propaganda
Overheidscommunicatie was op nationaal niveau tijdens het socialisme vrijwel hetzelfde als propaganda. Voorlichting als service voor de burger was op lokaal niveau vrijwel non-existent. Dat is nu veranderd. Terwijl elke wijk in de hoofdstad Praag inmiddels een professionele wijkkrant heeft en een balie waar je echt iets te weten komt, heeft Neveklov nu ook een gemeentelijk informatiecentrum. Er is een informatieve website, er zijn folders en ander voorlichtingsmateriaal en de publieksvoorlichter geeft je antwoord op al je vragen over de gemeente Neveklov en haar omgeving. Ze weet ook nog wel een goede loodgieter.

Gemeentelijke service in Tsjechië Meer lezen »

Vlees

Een varken in slagerstenue op de pui van een slagerij dat lachend met een mes staat te zwaaien. Een glimlachend varken op een bestelbus dat zijn eigen ham aanprijst. Biggetjes die vrolijk ronddartelen op de verpakking van vleeswaren. Ik heb het altijd een misselijke voorstelling van zaken gevonden.


Hetzelfde gebeurt overigens bij melk en kaas: ‘La vache qui rit’. Er zijn ook koeien die in reclamefilmpjes van blijdschap uit hun dak gaan omdat ze hun kalf moeten afstaan om voor ons consumenten enorme hoeveelheden melk te kunnen produceren.


Nu is het in het leven een kwestie van eten of gegeten worden. Het ene organisme eet het andere op. Dat is al erg genoeg. Maar het is verdorven om te doen alsof varkens het leuk vinden om te worden opgesloten, vetgemest en geslacht. Zulke reclame zou niet meer moeten mogen. In een land als Tsjechië zitten ze er vooralsnog niet mee.


Cavia
Of ik weleens cuy, cavia, had gegeten? Dat vroeg de man met wie ik in Cuenca, Ecuador, in gesprek raakte. Hij prees het vlees van de cavia, dat daar makkelijk verkrijgbaar is. Als je wilt dan barbecueën ze zo’n beestje voor je neus. Je kunt het ook diepgevroren kopen. De cavia’s die wij kennen, zijn kleiner. Wij kennen ze voornamelijk als knaagdier in een kooitje, in een ambiance van zaagsel en uitwerpselen.


De man vertelde dat hij in Ecuador was geboren en naar Canada was geëmigreerd en nu op familiebezoek was. “In Canada is cuy moeilijk te krijgen”, zei hij. “Daarom ga ik soms naar een dierenwinkel, waar ik een levende cavia koop. Die maak ik dan thuis klaar. Heerlijk!”

Vlees Meer lezen »