Schrijven in het café

Wat ik miste tijdens corona was schrijven in het café. De horeca was gesloten, zodat ik niet met een notitieblok een advies of een artikel in de grondverf kon zetten in de omhelzende ambiance van babbelende mensen en klinkende glazen. Gelukkig kan het weer.


Als iemand de charme daarvan kende, dan was het Ernest Hemingway wel. Hij was een echte caféschrijver, in ieder geval toen hij in Parijs woonde in de jaren 1921-1926. In ‘A moveable feast’ schrijft hij daarover: “It was a pleasant café, warm and clean and friendly, and I ordered a café au lait and I took out a notebook from the pocket of the coat and a pencil and started to write.”

Het café was niet alleen zijn werkplaats, maar ook liet hij zich door het wisselend decor inspireren. “I was writing about up in Michigan and since it was a wild, cold, blowing day it was that sort of day in the story. A girl came in the cafe and sat by herself at a table near the window … I wished I could put her in the story.”


Oesters

En toen vroeg hij de kelner om “a dozen portugaises and a half-carafe of the dry white wine they had there.” Portugaises zijn oesters, maar hier ook een bruggetje naar Portugal en het Lissabon van Fernando Pessoa, iemand die cafés frequenteerde en er gedichten schreef. Hij leefde van 1888 tot 1935. Op het beroemde portret van Fernando Pessoa van José de Almada Negreiros zit hij zwijgend aan een tafeltje met een sigaret, een leeg vel en een pen, wachtend op ideeën, lijkt het, of op een drankje.

Het is heel fijn om als consultant of journalist onderweg te zijn, neer te strijken in een café en te werken aan een tekst. Of dat nu in Middelburg is of in Sneek. Maar in grote steden in het buitenland, zoals Kiev of Lima of Astrachan of Algiers, is dat nog aantrekkelijker. Je voelt je opgenomen in een landen overstijgend verband terwijl een licht, dromerig roesje zich van je meester maakt en je de wereld met mildheid aanschouwt.


Zintuigen

Als je later herleest wat je hebt opgeschreven, herinner je je gek genoeg nog waar het was dat je dat schreef. Ook herinner je je gezichten van andere cafébezoekers die met een knikje groetten, een tijdje in je blikveld zaten en dan plotseling bleken te zijn verdwenen. Dat afscheid deed dan een beetje pijn. Had je maar een praatje met ze aangeknoopt. Of misschien was het juist goed dat je dat niet hebt gedaan om teleurstelling te voorkomen.

De indrukken danken hun kracht aan de combinatie van zintuigen die erbij te pas komen. Je zag de mensen en het interieur van het café, je hoorde zachte muziek en het onverstaanbare geroezemoes, je rook koffie en bier en soms een vleug sigarettenrook, je proefde de wijn en een kruidig hapje, en in je hand voelde je de pen die de zinnen aan elkaar reeg.


[23-3-2021]