september 2023

Hoelang moet je nog?

Deze oudere schilder stond in de Moldavische hoofdstad Chisinau zijn werk te verkopen naast een heleboel andere schilders. Tien jaar later kwam ik hem op dezelfde plaats weer tegen en bij leven en welzijn is hij nog steeds actief. Zou iemand hem weleens vragen: hoelang moet je nog?


Zoals in Nederland op de werkvloer. Daar wordt ouderen gevraagd: hoelang moet je nog? Alsof werk een gevangenis is waarin je je straf moet uitzitten. Wat bij deze vraag niet wordt uitgesproken, zou ongeveer zo klinken: “Hoe komt het dat jij, zestigplusser met je grijze haar en je doorleefde kop, hier nog steeds rondloopt? Je kon toch zo goed leren? Wat heb je verkeerd gedaan?”


Out of the box

Maar goed, dat is altijd nog beter dan opmerkingen over ouderen die de loopbaanpaden van jongeren verstoppen, over de seniorenclub of over de rollatorbrigade. In een vergadering hoorde ik een jongere een keer zeggen: “we hebben geen mensen nodig die tegen hun pensioen lopen, maar mensen die ‘out of the box’ kunnen denken.” Er zaten oudere collega’s bij, ik hoop voor de spreker dat zij al een beetje doof waren. Ouderen maken zelf van leeftijd overigens geen punt: zij nemen jongeren niet kwalijk dat zij jong en onervaren zijn.


Zakelijk

Hoelang moet je nog? Dat ligt voor iedereen anders. Een paar tegenvragen. Als je werkt in een levendige en aantrekkelijke adviespraktijk? Als je je ervaring nog steeds wilt inzetten en je het na het weekend nog steeds leuk vindt om je collega’s weer te zien? En als je je geen betere collega’s kunt wensen? Wat zou jij dan antwoorden?

Hoelang moet je nog? Meer lezen »

Meest geliefde leraar

Chris de Zoeten heeft het niet meer meegemaakt dat oud-leerlingen uit de jaren zeventig hem tot meest geliefde leraar uitriepen. Onze docent Nederlands aan het Stedelijk Gymnasium in Leiden overleed een paar dagen voor die verkiezing. Ze werd gehouden tijdens de reünie bij de viering van het 700-jarig bestaan van de school dit jaar.


De Zoeten is 88 geworden. Hij wordt vooral herinnerd als de leraar die gedichten klassikaal aan een diepgaande analyse onderwierp. Daarbij kon iedereen iets inbrengen, er werd gediscussieerd over de verschillende exegeses en er werd veel gelachen. Zijn lessen hebben ertoe bijgedragen dat ik een talenstudie koos en beroepsmatig met tekst en communicatie bezig bleef.


Ook andere leerlingen werden door hem beïnvloed. Max van Weezel nam zijn raad ter harte. De Zoeten had tegen hem gezegd dat hij geen wetenschappelijk type was: “jij moet buiten spelen“. Max werd parlementair journalist en een verdomd goede ook. Frits van Oostrom op zijn beurt werd door De Zoeten geïnspireerd om Nederlands te gaan studeren. Hij werd hoogleraar middeleeuwse letterkunde en publiceerde gezaghebbend over onder meer het epische dierdicht ‘Van den vos Reynaerde’.


Omdat
Niet eens zo lang geleden correspondeerde ik nog met De Zoeten over het gedicht van Gerrit Achterberg met de beginregel ‘Mijn moeder is een grijze vrijdagmorgen’. In dat gedicht komen een paar mysterieuze regels voor: ‘omdat ik dan niet meer gevoel hoe door de dood is aangestoken wat bij een andere vrouw begon’. We kwamen niet tot een gemeenschappelijke definitieve conclusie over welk oorzakelijk verband precies werd gelegd door dat ‘omdat’.


De Zoeten behoorde tot een kleurrijk docentencorps. Zo was daar Gerard Désar, docent scheikunde en voetbaltrainer in zijn vrije tijd. Hij gaf in de vierde klas iedereen een voldoende die ervoor koos om vanaf de vijfde als alfa door het leven te gaan. “Ik ga het iemand niet moeilijk maken die nooit meer iets met scheikunde heeft te maken”, zo luidde zijn sportieve motivatie.


Afkijken
Docent klassieke talen Philip van der Pant deed zelf niet aan sport maar had wel een minstens even sportieve instelling. Bij een proefwerk Grieks verliet hij het lokaal. Logischerwijs werd er meteen afgekeken en overlegd. Na een kwartier kwam hij terug, wij hoorden zijn voetstappen en soms ook een zacht gefluit. Daarna klopte hij op de deur, zodat iedereen weer op zijn eigen plaats kon gaan zitten. Kortom: hij had een gelijk speelveld geschapen en tegelijk samenwerking gestimuleerd.


Bij een reünie is het traditie dat oud-leraren nog eens een les geven. Veel docenten uit mijn tijd zijn echter overleden of ze zijn te oud om zo’n kunstje te doen. Dat gold voor ‘juffrouw De Buck’ van Latijn. Zij is 98, maar was wel aanwezig bij de schoolreünie.


Spinoza
De enige docent van wie ik nog les had gehad én die bij de reünie een nostalgische les gaf, was Hans Ulrich (83), voormalig docent geschiedenis. Hij verzorgde voor de oud-leerlingen een geestige lezing over Spinoza, de filosoof van ‘God is de natuur’. Na zijn les verkocht Ulrich zijn eigen boek over Spinoza. In mijn exemplaar schreef hij bij wijze van opdracht: “Het komt zoals het komt”. 

Meest geliefde leraar Meer lezen »

Inspecteur

Paniek in het gemeentehuis. Er is een inspecteur uit Petersburg onderweg om af te rekenen met misstanden in de provincie. Ook nog eens incognito. Die misstanden zijn er bij de vleet, weet de burgemeester: omkoping, gebrek aan hygiëne in het ziekenhuis, mafkezen in het onderwijs en in de rechtbank worden ganzen  gehouden. 


De landeigenaren Dobtsjinski en Bobtsjinski hadden hem gezien in het restaurant. Hoewel. Dat was helemaal niet de bedoelde inspecteur maar een jongeman die daarvoor werd aangezien. Hij werd gefêteerd en liet zich alle vleierij graag aanleunen. De burgemeester bood hem zelfs de hand van zijn dochter aan. 


Het toneelstuk ‘De revisor’ van de Russische schrijver Nikolaj Gogol (1809-1852) begint met een verblindende bliksemschicht en eindigt met een donderslag. En daartussenin ligt zoveel humor dat naar mijn smaak iedereen eigenlijk wel door het stuk moet worden gegrepen.


Onlangs vertelde ik over Gogol en ‘De revisor’ bij Mayflower Bookshop in Leiden, als onderdeel van een serie lezingen over literaire meesterwerken waar veel mensen weleens van hebben gehoord maar die ze vaak toch niet hebben gelezen. Ook werd de beginscene uit het toneelstuk opgevoerd, vertaald naar een Nederlandse context.


Zijpaadjes
‘De revisor’ zit boordevol verwarring en misverstanden, huichelarij, corruptie, vleierij en vatbaarheid voor vleierij. Er zijn eigenaardige zijpaadjes, absurditeiten, en bizarre personages. Neem alleen al die Dobtsjinski en Bobtsjinski, een soort kibbelende Janssen en Jansen uit Kuifje. Grappig zijn ook de hypnotiserende details die, anders dan je verwacht, later totaal niet van belang blijken te zijn.


Alle misverstanden en communicatiestoornissen leiden eens te meer tot de algemene conclusie: communicatie is zo ingewikkeld dat je blij mag zijn als het soms lukt.


Klein-Rusland
Gogol werd in Oekraïne geboren, dat heette Klein-Rusland in het toenmalige tsaristische Russische rijk. Hij schreef in het Russisch en toog naar Petersburg om het daar te gaan maken. Hij leefde echter langer in Oekraïne (24 jaar) en in het buitenland (11) dan in Rusland (8). In het begin schreef hij verhalen met een Oekraïens decor.


De Amerikaans-Russische schrijver Vladimir Nabokov (van ‘Lolita’) zou het vreselijk hebben gevonden als Gogol zich niet had ontworsteld aan Oekraïne: “Gogol bewoog zich langs een doodgriezelige afgrond. Bijna is hij schrijver van Oekraïense volkssprookjes en ‘kleurige romantische vertellingen’ geworden. Als ik behoefte heb aan een echte lekkere nachtmerrie dan stel ik me een Gogol voor die in Oekraïens dialect boek na boek volschrijft over spoken aan de oevers van de Dnjepr, koddige joden en koene kozakken.”


Dode zielen
Beroemd werd Gogol door zijn in Rusland spelende werk. Behalve door ‘De revisor’ door verhalen als ‘Nevski prospekt’, ‘De neus’ en ‘De mantel’. Intrigerend is verder ‘Dagboek van een gek’. Een mooi sluitstuk is de roman ‘Dode zielen’ over een truc om belasting te ontwijken die betaald moest worden voor reeds overleden lijfeigenen.

Inspecteur Meer lezen »