augustus 2023

Armenia: a bitter-sweet adventure

I am standing in a mini-van, a lady pulls my bag out of my hands and puts it on her lap. My first reaction is resistance, but I see all the seated passengers holding bags to lighten the burden of the ones standing. If someone did this in Amsterdam, they would have been punched on the nose. This is how gentle Armenia is.


Posters in the streets of Yerevan show the numbers 1915–2015 and ‘I remember, I demand’. The year 1915 is anchored so deep in the hearts of the Armenians. They demand recognition and they have many reasons to do so. This is how bitter Armenia can be.

While at night people are holding conversations in the restaurants with live music around the Opera House, a demonstration takes place in front of government buildings on Bagryaman Street, practically around the corner. A huge crowd is protesting against the enormous increase of electricity rates. Sweet and bitter on one night, 500 meters apart.


Lovers Park

On Bagryaman Street, there is the so-called Lovers Park. The park has WIFI! Lovers sitting on the same bench can exchange messages of affection on their smartphones. Unfortunately, some of them will be separated soon by destiny.

According to a rough estimate, three million Armenians live in Armenia, seven million in the diaspora. One million of those live in Los Angeles, nicknamed Los Armenios. Especially, the men work abroad. Armenians are famous for their ability to integrate. No one should be surprised at an Armenian fish shop owner in The Nederlands loudly advertizing “Hollandse nieuwe”, the most Dutch herring dish.


Aznavour’s brother

I get into a taxi and look into the face of the spitting image of Charles Aznavour. “Are you Aznavour’s brother”, I ask and the friendly driver smiles. In a souvenir shop I suggest to the owner selling Aznavour’s busts. He likes the idea and pulls a bottle of vodka from a cupboard. We propose toasts to peace and love and women, we sit and drink, exchange facts and opinions, and establish an eternal friendship. Eternal until he says it’s time to go home. All things must pass, how sweet they may be.


Urban nomad

I am not much of a warrior or a hermit on mountain trips, I am more of an urban nomad and a paladin. Caucaseastan.com invited me to Armenia to give advice on behalf of PUM Netherlands Senior Experts (www.pum.nl). In my free time, I walk the streets of Yerevan and that is an amazing cultural adventure for me.

I am also an epicurean, eating juicy apricots bought from an elderly lady on the market. There are no sweeter apricots in the world than the Armenian ones in June! I eat loads of them until my Armenian colleague says: “open them before you put them into your mouth, there may be worms inside.” I open the next apricot. And good heavens, it has worms. I must have eaten several apricots with worms and did not even notice that they tasted bitter.


Published on caucaseastan.com, 2015, June 24

Armenia: a bitter-sweet adventure Meer lezen »

Schrijven in het café

Wat ik miste tijdens corona was schrijven in het café. De horeca was gesloten, zodat ik niet met een notitieblok een advies of een artikel in de grondverf kon zetten in de omhelzende ambiance van babbelende mensen en klinkende glazen. Gelukkig kan het weer.


Als iemand de charme daarvan kende, dan was het Ernest Hemingway wel. Hij was een echte caféschrijver, in ieder geval toen hij in Parijs woonde in de jaren 1921-1926. In ‘A moveable feast’ schrijft hij daarover: “It was a pleasant café, warm and clean and friendly, and I ordered a café au lait and I took out a notebook from the pocket of the coat and a pencil and started to write.”

Het café was niet alleen zijn werkplaats, maar ook liet hij zich door het wisselend decor inspireren. “I was writing about up in Michigan and since it was a wild, cold, blowing day it was that sort of day in the story. A girl came in the cafe and sat by herself at a table near the window … I wished I could put her in the story.”


Oesters

En toen vroeg hij de kelner om “a dozen portugaises and a half-carafe of the dry white wine they had there.” Portugaises zijn oesters, maar hier ook een bruggetje naar Portugal en het Lissabon van Fernando Pessoa, iemand die cafés frequenteerde en er gedichten schreef. Hij leefde van 1888 tot 1935. Op het beroemde portret van Fernando Pessoa van José de Almada Negreiros zit hij zwijgend aan een tafeltje met een sigaret, een leeg vel en een pen, wachtend op ideeën, lijkt het, of op een drankje.

Het is heel fijn om als consultant of journalist onderweg te zijn, neer te strijken in een café en te werken aan een tekst. Of dat nu in Middelburg is of in Sneek. Maar in grote steden in het buitenland, zoals Kiev of Lima of Astrachan of Algiers, is dat nog aantrekkelijker. Je voelt je opgenomen in een landen overstijgend verband terwijl een licht, dromerig roesje zich van je meester maakt en je de wereld met mildheid aanschouwt.


Zintuigen

Als je later herleest wat je hebt opgeschreven, herinner je je gek genoeg nog waar het was dat je dat schreef. Ook herinner je je gezichten van andere cafébezoekers die met een knikje groetten, een tijdje in je blikveld zaten en dan plotseling bleken te zijn verdwenen. Dat afscheid deed dan een beetje pijn. Had je maar een praatje met ze aangeknoopt. Of misschien was het juist goed dat je dat niet hebt gedaan om teleurstelling te voorkomen.

De indrukken danken hun kracht aan de combinatie van zintuigen die erbij te pas komen. Je zag de mensen en het interieur van het café, je hoorde zachte muziek en het onverstaanbare geroezemoes, je rook koffie en bier en soms een vleug sigarettenrook, je proefde de wijn en een kruidig hapje, en in je hand voelde je de pen die de zinnen aan elkaar reeg.


[23-3-2021]

Schrijven in het café Meer lezen »