Handeltje
In Bolivia kwam ik geldwisselaars wel vaker tegen. In Santa Cruz hingen ze rond bij een bank en ze fluisterden je een klein koersvoordeeltje toe. Deze vader en zoon in Cochabamba gaan een stap verder met ondubbelzinnige marketing. Onder een parasol hebben zij hun handeltje in dollars, pal tegenover een grote bank die ook geld wisselt maar daar is de wisselkoers ongunstiger.
Ze kijken wat besmuikt, maar als iemand geld bij ze wisselt, halen ze ongegeneerd een enorm pak bankbiljetten te voorschijn. Zoals de boeren vroeger op de veemarkt als ze na het ritueel van handjeklap een koe van een andere boer kochten.
Tauschen
In socialistisch Midden- en Oost-Europa ging het anders. “Psst psst. Wollen Sie Geld Tauschen? Change? Cambiare?” Zo klonk het op straat. Clandestiene wisselaars gaven je in het toenmalige Tsjechoslowakije 10 of soms zelfs 12 kronen voor een gulden, terwijl je bij de bank voor 1 kroon een kwartje moest betalen. En als je in een restaurant aan een ober naar een Wechselstube vroeg, was hij er als de kippen bij om tegen een gunstige koers de fel begeerde Westerse deviezen te kopen.
In Moskou gebeurde het dat naieve toeristen die uit waren op een voordeeltje, de boot in gingen. Uitgekookte wisselaars op straat drukten hun Joegoslavische dinar-biljetten in de hand die door het cyrillisch schrift een beetje op roebels leken maar door inflatie bijna niets waard waren.
[2018]